column

Column: Geluidloze badkamer

Het is tijd voor een nieuwe badkamer. Vol goede moed ga ik naar een meubelboulevard waar meerdere badkamerwinkels zijn. In de eerste winkel komt meteen een man in pak naar me toe, die me een kopje koffie aanbiedt. Ik sla de koffie beleefd af en maak voor de vorm nog een rondje door de zaak, maar loop zo snel mogelijk weer naar buiten. Een zaak met kopjes koffie is zeker buiten mijn budget. Het feit dat nergens prijskaartjes bij hangen, bevestigt dat alleen maar.

 

badkamer

 

Gelukkig zijn er ook een paar vriendelijker geprijsde winkels met schreeuwerige aanbiedingen en een outlet afdeling. Geen maatpakken, geen koffie. Wel onderkasten met soft-close lades. En hoge kasten met soft-close deurtjes. En toiletten met soft-close brillen en deksels. Als je tegenwoordig badkamermeubels aanschaft, hoef je nooit van je leven meer iets dicht te duwen. Jammer natuurlijk als je wat frustraties wil afreageren door eens flink met een deur te slaan. Het duurt vast niet lang voordat kamerdeuren en huisdeuren ook soft-close zijn. Wel zo fijn voor de buren.

 

bezorgerDan begint het grote wachten. Alle meubels en onderdelen worden thuisbezorgd. De ene keer is het een klein pakketje dat de postbode brengt. De andere keer staat er een bezorger met een bus vol gigantische pakketten voor de deur. Eén bezorger. Dat betekent dat ik zelf moet helpen de douchedeur naar boven te sjouwen. Twee smalle portiektrappen op. Vraag niet hoe, maar het lukt. Zo ook het spiegelkastje en de wastafel met meubel. Ongelooflijk hoe zwaar die kleine kastjes kunnen zijn.

 

Na een week zijn alle spullen binnen. De badkamerverbouwing moet nog beginnen, maar ik moet eerst even bijkomen.

 

 

Bewaren

Een gave broek kopen

een nieuwe broek

 

Ik heb een nieuwe broek nodig. Nou schijnen veel vrouwen gek te zijn op winkelen, of nog erger: shoppen. Dat zal ik nooit begrijpen. Zoeken tussen allemaal rare modellen die blijkbaar hip zijn, maar ik nooit van m’n leven zou willen dragen. In een te klein pashokje alles passen, bij te grote spiegels, met te fel licht. Aan mij is het niet besteed. Maar goed, soms heb je toch echt wat nieuws nodig en een broek online bestellen is kansloos. Je ontkomt niet aan passen.

 

Dus dapper stap ik een winkel in. Rekken vol spijkerbroeken, dat moet goed komen. Nou wil ik graag een nieuwe broek. Dat leek mij een open deur. Als ik naar de winkel ga om een broek te kopen, dan wil ik er een die nieuw is. Net uit de fabriek. Nog niet gedragen. Maar dat is niet meer te vinden. Elke broek zit vol scheuren en vale plekken. Hoe dat in de mode is geraakt, zal ik nooit begrijpen.

 

gave

jeansIk spreek een verkoopster aan en vraag naar een gave broek. Ze aarzelt even en wijst me dan waar ‘de nieuwste modellen’ hangen. Ik herhaal mijn vraag nog een keer en leg uit dat ik met gaaf niet hip of in bedoel, maar heel. Ze grijnst schaapachtig en gaat met me mee zoeken. Na een kwartier door alle rekken struinen heeft ze drie modellen gevonden die heel zijn. Eén heeft wel vervaagde strepen bij de bovenbenen, maar ik vind het intussen sneu om daarover te klagen.

 

Met de drie broeken ga ik de kleedkamer in. De verkoopster heeft zo haar best gedaan, dat ik niet verder durf te zeuren. Ze zijn inderdaad vrij van scheuren en gaten, maar het model is verschrikkelijk. Tegenwoordig is alles skinny. Dat betekent dat de broekspijpen te smal zijn, vooral aan de onderkant. Dat is vast hartstikke leuk als je zelf lekker skinny bent, maar mijn bolle kuiten rekken de stof op tot het uiterste.

 

Snel schiet ik mijn eigen broek weer aan – met wijd uitlopende pijpen, totaal uit de mode, maar zo fijn – en loop de winkel uit, met een grote boog die verkoopster ontwijkend. Buiten slaak ik een diepe zucht. Op zoek naar een nog minder hippe winkel.

 

 

Bewaren

Bewaren

Voorburgse Schatten

De Bibliotheek aan de Vliet organiseerde een columnwedstrijd rond de Erfgoeddag in Leidschendam – Voorburg met het thema Schatten aan de Vliet. Het wedstrijdelement ontbrak, omdat er maar vier inzendingen waren. Toch leuk om hier de vier columns te lezen: Winnaars columnwedstrijd ‘Schatten aan de Vliet’. Klik op mijn naam om mijn column over de kinderboerderij te lezen.

 

Columnwedstrijd Schatten aan de Vliet Voorburg

 

 

Hakuna Matata

Tussen duizenden schreeuwerige blinkende telefoonhoesjes vind ik ineens een mooie. Hij heeft groene en paarse motiefjes en de tekst Hakuna Matata. Die is van mij.

Geen zorgen, dat is de betekenis van Hakuna Matata. Of je dat wist, maakt niet uit. Je voelt het vanzelf als je het vrolijke deuntje hoort. Wie The Lion King gezien heeft – en wie heeft dat nou niet? – ziet ook meteen het stokstaartje Timon en zwijntje Pumbaa voor zich. Ze zingen het nummer, vrolijk dansend door de jungle, in een poging de jonge Simba op te vrolijken. En het werkt. Natuurlijk, hoe kun je niet vrolijk worden van zulke gezelligheid?simba-pumbaa-timon

 

No worries for the rest of your day

of in de Vlaamse versie:

Ge hebt geen zorgen
zorg maar dat ge geniet

 

Dat het een werkelijk bestaande uitdrukking in Swahili is, weet vast bijna niemand. Maar al waren het gewoon wat bij elkaar geplakte klanken, dan nog is het een ijzersterke uitdrukking. Het is een eigen leven gaan leiden. Er zijn bijvoorbeeld verschillende kinderdagverblijven die Hakuna Matata heten. Hoe vrolijk zullen de kindertjes daar wel zijn? Die gaan toch de hele dag zingend en lachend door het leven? En waarschijnlijk ook dansend en stuiterend. Een kalmerend liedje is het niet.

Opvallend is dan ook de yogapraktijk met de naam Hakuna Matata. Natuurlijk begrijp ik goed dat de filosofie van geen zorgen past bij yoga, maar het opgewekte dansje dat er in mijn hoofd bijhoort, heeft toch weinig met de ontspanningsoefeningen van yoga te maken. Waarschijnlijk heeft geen van deze yogatypes ooit de musical of film gezien. Veel te uitbundig voor ze.

hakunamatata

 

Sinds mijn telefoon in het nieuwe hoesje zit, heb ik elke dag Hakuna Matata in mijn hoofd. Wat er ook gebeurt gedurende de dag, ik neurie het optimistische wijsje. Sindsdien ga ik heel wat opgewekter door de dagelijkse beslommeringen. Geen zorgen. Zorg maar dat ge geniet. Het is waar wat ze zingen: het is een filosofie. Een echte levenswijsheid.

Je verwacht het niet van een kinderfilm, maar misschien zijn Timon en Pumbaa wijzer dan alle verstandige volwassen mensen bij elkaar. Maak je gewoon geen zorgen, wees trouw aan je vrienden en doe af en toe een dansje. Het werkt voor Timon en Pumbaa, het werkt voor Simba, het werkt vast ook voor jou.

 

 

Verse Benen

tube-lijmEindelijk ben ik doorverwezen naar een dermatoloog. Na een stuk of zes probeersels van de huisartsen is de uitslag op mijn onderbenen alleen maar erger geworden, dus ik ben blij dat ik nu bij een expert terecht kan.

Ik kan mijn verbazing maar net verbergen als ik binnenstap. In plaats van de grijze geleerde man die ik verwacht, is het een jonge vrouw. Van mijn leeftijd eigenlijk. Maar goed, ze heeft een wit pak aan en een diploma aan de muur. Niet zeuren. Ze heeft ervoor gestudeerd.

Ze bekijkt de plekken op mijn benen en drukt erop. Geen handschoentjes, geen gepoets met desinfecterende crème achteraf. Ik heb nog geen arts eerder zo relaxed zien doen met mijn geïnfecteerde huid. Maar goed, ze zal het wel weten. Hoewel ze net als voorgaande slimmeriken mij het advies geeft er niet aan te krabbelen. Ja, dat snap ik ook wel! Maar het jeukt!

‘Ik geef je deze crème mee,’ ze noemt een onmogelijke combinatie van klanken, ‘die moet je elke avond in occlusie gebruiken.’ Ik kijk haar vragend aan.
benen‘Dit gaat een beetje gek klinken,’ waarschuwt ze. ‘Je smeert de crème op de plekken en dan doe je er folie overheen. Gewoon van dat doorzichtige vershoudfolie.’ Ik schiet in de lach, inderdaad een beetje gek. Ze gaat verder over het vasttapen aan de randen. Onopvallend kijk ik nog een keer naar het diploma aan de muur. Zoiets is makkelijk na te maken.

Aangezien ze er bij de apotheek ook niet van opkijken, hou ik me toch maar aan het voorschrift. Na een week trekt de uitslag inderdaad eindelijk weg. Ongelofelijk. Volgende week ga ik terug naar de dermatoloog. Ik ben benieuwd wat ze verzint tegen de nieuwe uitslagplekken die het tape veroorzaakt heeft.

 

 

Column: Enge Mannen

Alle mannen zijn engerds. Tenminste, als je het oordeel van de gemiddelde tramreizigster moet geloven. Gisteren zag ik het weer. Ik stapte in een redelijk volle tram. Er was nog een plaats vrij naast een man. Een vrouw met een koffer stond naar de te plek kijken. Ze keek verder om zich heen, wierp nog één blik op de man en bleef toch staan. Mooi voor mij. Ik nam naast hem plaats.

Een paar haltes verder stapte de man uit. Meteen nam de vrouw met de koffer plaats naast mij. Hoe had de vrouw besloten dat de man een engerd was? En belangrijker nog: hoe had zij besloten dat ik geen engerd was?

Nu ik er op ben gaan letten, zie ik het overal. Waar zouden vrouwen toch bang voor zijn? Dat de man het ziet als een uitnodiging om haar te versieren?

Tot mijn eigen verbazing doe ik het zelf ook. Als ik kan kiezen uit een plek naast een vrouw of een man, kies ik de plek naast de vrouw. Het blijkt ook niks uit te maken welke nationaliteit iemand heeft, wat iemand aanheeft, hoe breed iemand zit. Alleen maar man of vrouw. Zo simpel is het beoordelingsvermogen van een vrouw.

Een man lijkt dat heel anders aan te pakken. Ik heb onze mannelijke medereizigers eens even in de gaten gehouden en ontdekt dat mannen nog veel simpeler zijn dan vrouwen. Als een man wil zitten, ploft hij gewoon neer op de eerste de beste plaats die hij ziet. Naast een vrije stoel, naast een man of naast een vrouw; hij ziet het niet eens. Hij zit lekker, dus hij is tevreden.

Nu ik weet dat de gemiddelde man zich totaal niets aantrekt van wie er naast hem zit, snap ik niet waarom vrouwen er zo’n punt van maken om naast die man te gaan zitten. Het zal hem een zorg zijn. Dus laten we gewoon lekker makkelijk doen en op de dichtstbijzijnde stoel gaan zitten.

Vanmorgen stapte ik vol goede voornemens in de tram. De dichtstbijzijnde stoel dus. Op de stoel ernaast zit een man me heel intens aan te staren. Maar ik had het me voorgenomen. Ik had een theorie uitgewerkt… Met een zucht loop ik toch door naar de volgende stoel. Als ik mijn boek opensla, knik ik naar de vrouw naast me. Ze glimlacht even en verdiept zich weer in haar boek. Ik werp een blik op de kaft. Mannen komen van Mars.