Vulkaan
Eyjafjallajökull
Nieuwslezers vrezen met grote vrezen
als zij over de vulkaan moeten lezen
Over die naam struikelen ze geheid
Philip Freriks stopte net op tijd
dichtvorm: kwatrijn
Eyjafjallajökull
Nieuwslezers vrezen met grote vrezen
als zij over de vulkaan moeten lezen
Over die naam struikelen ze geheid
Philip Freriks stopte net op tijd
dichtvorm: kwatrijn
Station van een studentenstad
’s avonds laat maar superdruk
Meiden praten aan één stuk
gasten brallen, roken wat
Figuren wachtend op de trein
moeten onze toekomst zijn
dichtvorm: snelsonnet
Als deze beeldhouwer niet was gegaan
had hier een mooiere steen gestaan
Hier rust de oude hovenier
Hij zou zijn ogen uitkijken hier
Hier rust de gevallen diëtist
In een extra grote kist
dichtvorm: grafschrift/epitaaf
Jawel, ik heb me eraan gewaagd
een OV chipkaart aangevraagd
Na een week lag ie in de bus
wel nog even activeren dus
ik stapte op mijn fiets in de regen
na legitimatie een OK gekregen
Twintig euro erop gezet
Zo, ik kan beginnen met de pret
De Randstadrail in, vol goede moed
maar niet één automaat die het doet
Dus noodgedwongen zwart gereden
Tot nu toe over de kaart zeer tevreden!
Weer een poging in de Randstadrail
Hij doet het, alleen betaal ik wel veel!
Dan een ritje met de trein
Dat moet niet moeilijk meer zijn
Maar ook hier weer geen succes
Een leuke truc van de NS
Je moet de kaart apart activeren
Zodat ik meteen weer om kon keren
Via internet NS reizen aangevraagd
en nog steeds niet hardop geklaagd
Dan weer naar een NS automaat
die dan het juiste op je chipkaart laadt
Voor treinen moet er minstens 20 op staan
Dus nog even langs een automaat gegaan
En dan… ja echt… het is gelukt
Ik ben bereisd en kaalgeplukt
Aan het gepiep van de deur hoort Connie dat Hans thuiskomt. Zonder zijn gebruikelijke ‘Hai schat!’ loopt hij de gang in, hangt zijn jas aan de kapstok en loopt de huiskamer in. Zoals gewoonlijk komt Connie naar hem toe om hem te groeten, maar als ze zijn bedrukte gezicht ziet, stopt ze abrupt. ‘Is er wat?’ vraagt ze haar man. Hij knikt alleen maar. Hij kijkt haar maar even aan en buigt dan zijn hoofd.
Zwijgend lopen ze naar de ronde eettafel. Ze gaan ieder op hun vaste plekje zitten. Hans kijkt naar zijn handen, terwijl Connie geduldig probeert te wachten. Ze kijkt naar het schilderij aan de muur naast de eettafel. Het schilderij is gemaakt door haar zus. Ze heeft het hun cadeau gedaan toen ze twaalf en een half jaar getrouwd waren.
Hans schraapt zijn keel. Connie kijkt hem aan. Zijn vreemde gedrag maakt haar zenuwachtig.
‘Je weet,’ begint Hans, ‘dat ik de laatste tijd wel eens op bezoek ga bij een bewoonster in mijn postroute.’ Hij lijkt zijn woorden zorgvuldig te kiezen.
Connie fronst. Ze heeft al verschillende keren duidelijk laten merken dat ze niet blij is met zijn bezoekjes aan die vrouw. En telkens heeft hij dat afgedaan met ‘ach, het heeft niets te betekenen. Heeft dat mens eens een verzetje.’ Zou hij dan toch iets te bekennen hebben over die ‘onschuldige’ bezoekjes?
‘Vandaag kwam ik achter haar echte naam,’ gaat Hans verder. Hij laat even een pauze vallen en zegt dan zachtjes: ‘Joke Bakhuis.’
Connie voelt de adem in haar keel stokken. Ze kan geen woord uitbrengen. Joke Bakhuis! Ze springt op van haar stoel en begint in de keuken te rommelen. Ze ruimt de vaatwasser uit en weer in, schenkt een biertje in voor Hans, zet die zonder iets te zeggen voor zijn neus, en gaat druk met pannen in de weer. Ze voelt de blik van Hans in haar rug. Ze wil hem van alles vragen, maar tegelijkertijd heeft ze het gevoel dat ze de antwoorden niet wil weten.