De middag was gevuld met interessante sprekers. Zo vertelden schrijfster Janny van der Molen, boekenverkoopster Kirsten König en illustrator Enzo Pérès-Labourdette over hun werk en hoe zij hun idealen daarin verwerken.
Traditioneel is er tijdens de Middag van het Kinderboek de zeepkist. Hierop mag iedereen die wil een zegje doen (zolang je niet probeert iets te verkopen). Dit jaar was daar een open podium voor dichters aan toegevoegd. Ik betrad de zeepkist met een kort versje over een duizendpoot.
Dan was er Henk Hardeman met een heus Bommeliaans dictee. Ik maakte maar liefst 16 fouten, waarvan er 4 in één woord zaten (coûte que coûte). Klik op onderstaande foto om de onmogelijke tekst te lezen.
Ten slotte was er het schilderij, dat live tijdens de middag geschilderd werd. Ditmaal door Ceciel de Bie. Het resultaat was een mooie verzameling bijzondere bloemen.
Afgelopen zaterdag was de jaarlijkse Middag van het Kinderboek. Net als vorig jaar hadden Aby Hartog en Marco Kunst een mooi programma georganiseerd. ’s Ochtends waren er vier workshops om uit te kiezen. Ik heb van Gertie Jaquet geleerd hoe je een doodgewone gum omtovert in een stempel. Met een leuke giraf-stempel als resultaat.
Na de lunch volgde het programma met lezingen en een debat over wat een kinderboek een goed kinderboek maakt. De meeste indruk maakte Lian Kandelaar. Deze schrijfster is pas 11 jaar en heeft al twee succesvolle boeken op haar naam staan. Ze kan er ook nog eens leuk over vertellen en doneert al haar opbrengsten aan het goede doel.
In de tussentijd maakte Iris Deppe live op het podium een mooi schilderij van twee lezende uilen. En natuurlijk werd er voor, tijdens en na de presentaties geborreld en bijgepraat met schrijvers, illustratoren en anderen. Weer een geslaagde editie.
Op 2 april vond in Amsterdam weer de Middag van het Kinderboek plaats. Een misleidende naam, want het begon al ’s ochtends.
Ik begon met de lezing van Selma Noort over diversiteit in kinderboeken. Zij had daar uit haar ervaring veel over te vertellen. Zo worden er wel veel boeken geschreven over bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse kinderen, maar dan gaat het altijd over het Suikerfeest. Waarom niet over de Koningsspelen? Meer nadruk op het Nederlands-zijn van alle kinderen is waar Selma voor pleit.
Na een lunch op de zevende verdieping van de OBA, met uitzicht over het IJ, begon de Middag van het Kinderboek.
Het was een goed gevuld programma dat geen moment verveelde. Tijdens alle lezingen en gesprekken konden we kijken naar Mies van Hout, die op het podium een schilderij maakte. Aan het eind van de middag stond er een gezellige roze olifant op het doek.
Saskia de Bodt wees ons vanuit historisch perspectief op afbeeldingen en verhalen die vroeger wel in boeken stonden, maar nu eigenlijk niet meer kunnen, zoals een kind waarvan de duimen afgeknipt worden. Ik vond het een verrassend begin. Ik dacht zelf dat er vroeger minder kon dan nu.
Op de zeepkist mocht ieder zeggen wat hij wilde. Zo vroeg Marcel van Driel alle schrijvers lid te worden van de VVL en leek het Wieke van Oordt een goed idee als we minder kinderboeken per jaar gaan uitgeven.
Na een korte pauze mocht Jaap Friso zijn expertise delen. Als kinderboekenrecensent had hij van elk taboe dat je maar kunt verzinnen een voorbeeldboek.
In het forumgesprek en zaalgesprek waren we het er al gauw over eens dat taboes voor kinderen zelf niet bestaan, maar wel voor opvoeders. En eigenlijk is het vooral goed om alle taboes in boeken te stoppen, zodat er open over gesproken kan worden. Dit werkt wel voor ‘vrije’ boeken, maar niet voor de leesmethodes op scholen. Omdat er rekening moet worden gehouden met bijvoorbeeld islamitische en christelijke scholen, moet religie helemaal uit deze boeken worden gehouden. Het gaat zo ver dat kerktorens en zelfs varkens niet in deze boekjes voor mogen komen. Iets wat duidelijk een verschil tussen commercieel belang en persoonlijke mening naar voren bracht bij Anke Werker van Uitgeverij Zwijsen.
Tijdens deze (mid)dag van het kinderboek was er in elk geval niets taboe. Weer een uitstekend georganiseerd evenement met een programma vol goede sprekers en interessante mensen.
Vandaag, 13 september 2014, was de Middag van het Kinderboek. Waarom het zo heet weet ik niet, want ook ’s ochtends was er een programma. Het was een gezellige drukte in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, waar de dag met het thema Internationaal plaats vond.
Uit de drie workshops in de ochtend had ik de keuze gemaakt voor Vertalen als Vak van Annelies Jorna. Heel boeiend. Het was meer een lezing dan een workshop, we hoefden zelf niets te doen. Al werd er wel meegepraat door aanwezige recensenten, uitgevers en schrijvers. Wat ik vooral interessant vond aan wat ze vertelde, is dat een vertaler tijdens het vertalen ook redigeert en de stijl aanpast. Het kan ook gebeuren dat een vertaler een continuïteitsfout ontdekt en die doorgeeft aan de schrijver. Er is meer samenwerking tussen schrijver en vertaler dan ik dacht.
Na de lunch, waar de schrijvers alvast elkaar konden ontmoeten of met elkaar konden bijpraten, opende Ted van Lieshout de middag. Er was een fijn gevarieerd aanbod van sprekers:
Agnes Vogt van het Nederlands Letterenfonds verbaasde mij met de hoeveelheid nederlandse kinderboeken die vertaald zijn en in zo’n beetje alle landen van de wereld gelezen worden.
Andrea Kluitman vertelde over haar ervaringen bij het vertalen van kinderboeken.
Australiër David Colmer vertelde hoe hij Jip en Janneke leerde waarderen toen zijn kinderen klein waren. Later heeft hij veel werk van Annie M.G. Schmidt in het engels vertaald, zoals Tow-Truck Pluck (Pluk van de Petteflet natuurlijk).
Tijdens deze middag werkte Loes Riphagen op het podium aan een groot schilderij. Een leuk idee om onze ogen bezig te houden tijdens de lezingen. Heel knap hoe Loes in zo’n korte tijd en met al dat publiek rustig door kon werken. En het is nog hartstikke mooi geworden ook! Dank aan Mathilde voor de foto.
Na de pauze was het de beurt aan Aidan Chambers. Ik moet bekennen dat ik deze schrijver nog niet kende. Hij vertelde vanwege zijn 80ste verjaardag over de veranderingen in het boekenvak, waarbij hij mooie anekdotes uit zijn jeugd aanhaalde. Hij sprak wel drie kwartier, maar had geen enkel probleem ieders aandacht vast te houden. Zijn slotbetoog dat Nederland het beste westerse land is, viel hier natuurlijk in goede aarde.
Ten slotte werden de Gouden Lijsten van het CPNB uitgereikt aan Tijgereiland van Daan Remmerts de Vries en Zeven Minuten Na Middernacht van Patrick Ness.
Een zeer geslaagde ochtend en middag van het Kinderboek!